De golven beuken op het strand,
het water klopt en bonkt tegen het zand
het ritme loopt paralel aan het suizen van mijn bloed
mijn hart pompt het door mijn lichaam
er is een stil verlangen naar.. ach wist ik het maar
uit het water klimt een zuil omhoog
een pilaar van verlangen en vertwijfeling
wie ben ik, waar ben ik mee bezig, waar ga ik heen
het water wordt opgezweept naar wolkenhoogte
net als het verlangen van mijn hart
naar liefde en geborgenheid
het bloed suist door mijn aderen
zoals mijn mind ontsnapt aan het verleden
en zich los maakt van de toekomst
het vergeven en tonen van mededogen
aan alles en een ieder die mij hebben geraakt
ik weet: vergeven en liefhebben is de boodschap
het sein van de alles omvattende liefde
het goddelijke en het universele dat wij in ons dragen
niet alleen bij ons dragen maar een deel van zijn
de horizon lonkt en roept
het goudwitte licht wenkt en lokt ons naderbij
ooit zullen wij daar samenkomen en versmelten
ineenvloeien in de mateloze en onpeilbare liefde van God,
de enige God die er voor iedereen is en wij samen vormen
samen met alle harten, emoties en liefdes binnen onze gevoelens
de onmetelijke bron van alle goeds zal zich openbaren
aan alle harten en samen verder gaan
in de zielsverbintenis die wij allen kennen
alleen kennen wij deze pas wanneer wij zo ver zijn
dat we uitsluitend nog in het Nu zijn
en in het hier en Nu genieten van het schenken en geven
van liefde en genegenheid
aan allen die naast en met ons zijn
in de smeltkroes van de alles omvattende liefde van onze Goddelijkheid
het ineen vloeien van lichaam, liefde, emotie en ziel
© Matthijs van den Bos